Landsmeerse Fonzie verliest zich in patronen

Zoals Arthur Herbert Fonzarelli of “de Fonz” van de sitcom “Happy Days” aanvoelt dat hij z'n kammetje kan wegleggen, omdat z'n vetkuif in model zit, zo voelt Jan Hendriks uit Landsmeer het aan als zijn kunstwerk af is. Daarna laat hij zich in vervoering brengen door zijn eigen werk. Even kan de Fonz uit Landsmeer alle wereldlijke beslommeringen loslaten. Een landschap van eindeloze vierkante witte vormen, allemaal net anders gedraaid, vormen samen een reeks eindeloze patronen, waarin de kijker zich verliest. „Het gaat over loslaten, je verliezen in het niets", legt de 70 jarige kunstenaar uit. „Het is een vorm van meditatie." Hendriks zoekt graag dat vredige gevoel van niets. “Ik mediteer regelmatig om los te laten. Of ik daardoor altijd vredig ben? Nee, ik lees ook de krant," De reliëfs van Hendriks bestaan uit blokken karton, waar laag na laag aan verf overheen gaat. In de patronen ontstaat een regelmaat." Het geheel heeft geen centraal gedeelte. Het idee is dat het een uitsnede zou kunnen zijn van een groter geheel, dat het kunstwerk duizend bij duizend groot hetzelfde zou zijn. Het is een wiskundig kunstwerk, zegt Hendriks, die bekent dat hij veel weg heeft van een technisch tekenaar. „Het is geometrische abstractie." Hij is er zo'n maand mee bezig, veel werk zit in het van tevoren meten en uitrekenen'. Het vredige gevoel dat de Landsmeerder graag opzoekt, behaalt hij onder meer door er een wit en bijna kaal geheel van te maken. Het kunstwerk mag geen hoogtepunt of aandachtstrekker hebben, die het patroon breekt. Die leegte had ook gekund met zwart, „Maar zwart betekent voor mij rouw of somberheid, die associatie wil ik het niet geven." Grijs zit er al in door de lichtval, vervolgt Hendriks. Hendriks ziet de leegte ervan meer als stil en sereen. Wit, als eindeloze leegte, staat ook vaak voor de dood, „Ik ben ook wel gefascineerd door de dood", zegt de beeldend kunstenaar. „In een andere leven was ik misschien stervensbegeleider geworden." Hij noemt de dood een 'merkwaardig fenomeen.' “Je bent ziek, je blaast de laatste adem uit en dan? Daar zijn allerlei benaderingen van, van het hindoeïsme tot aan de islam, Ik denk niet dat er een zwart scherm volgt, Ik hoop op een vredig gevoel'," Hendriks’ patronen zijn in de jaren '70 ontstaan, „Ik ging toen in Amsterdam wonen. Ik vond grafieken altijd al interessant, maar had geen geld voor grafisch etspersen, zuurbakken en inkt* Dus ging hij blinddrukken: reliëf maken door te drukken zonder inktgebruik. Na een tijdje merkte Hendriks dat de mal mooier was dan de afdrukken die hij maakte, „Waarom het niet laten bij de mal?" Die ontdekking was de geboorte van zijn stijl, die hij sindsdien is gaan ontwikkelen. De kunstenaar raakte verzeild in het onderwijs in Purmerend, „Kunst maken kwam op een iets lager pitje te staan. Als ik niet in het onderwijs was geraakt was ik misschien 'verder' geweest Met verder bedoel ik dat je kunst zich moet ontwikkelen, je moet proberen niet droog te lopen, dat je overbodige kunst maakt die bij de berg rotzooi kan, die er al is….."